Door: George & Hermine
Vandaag weer in Nederland aangekomen. De hele familie heeft enorm genoten van de reis.

Zaterdag 2 februari
Vanochtend om 06:00 uur plaatselijke tijd zijn we geland in Kuala Lumpur (1,6 miljoen inwoners). Het is dan al 26 graden, maar nog stikdonker. De 11 uur durende vliegreis was trouwens voor het grootste gedeelte in het donker. Het is nog een uurtje rijden naar het hotel, omdat het vliegveld 70 km buiten de stad ligt. Ons hotelletje “Villa Samadhi” is een oase van rust in deze drukke stad. Helemaal in koloniale stijl, maar wel met moderne voorzieningen, zoals een jacuzzi.  Er is een mooie tuin met vijverachtig zwembad met tropische planten en tweepersoons ligbedden met een afdakje erboven. We krijgen nog een lekker ontbijt en daarna gaan we lezen en zwemmen, waarbij we af en toe in slaap vallen bij het zwembad. Na het avondeten (hot and spicy) waren we zo moe dat we meteen gingen slapen.

Zondag 3 februari
Vanochtend na het ontbijt werden we om 09:00 uur opgehaald door Henri, onze gids. We rijden naar de zogeheten “wet market”, waar we aan een wandeling van 4 uur beginnen. Maar eerst gaan we naar Kampung Bahru, een Maleis dorp midden in de stad. Je vindt hier houten huizen op palen, winkeltjes en eetstalletjes, midden tussen de wolkenkrabbers. Hier wonen enkel Maleiers: families die hun stukje grond midden in de stad niet willen afstaan voor de bouw van kantoorkolossen. Ze hebben ook hun eigen tuintje. De stukjes grond zijn goud waard, maar het moet in de families blijven. Waag het niet om je stukje grond en huisje te verkopen. Dan ben je ook gelijk geen familie meer. Op het moment dat wij er aankomen zitten veel gezinnen te ontbijten, meestal bij de eetstalletjes buiten. Het is ook erg druk in de straatjes.

 

Daarna bezoeken we de lokale markt met exotische groenten en fruit, kippen, vis, kortom: alles wat eetbaar is. Bij deze hitte ruikt het er echter niet zo fris. Henri weet echt heel veel te vertellen, heel interessant. Hierna wandelen we naar Little India, een wijk waar veel Indiërs wonen en werken. En dat betekent veel met goud beladen juweliers en winkels vol zijden stoffen, sarongs en hoofddoeken. Leuke overdekte markten met van alles en nog wat. Tussen dit alles door worden we ook geconfronteerd met de Britse invloeden. Maleisië is namelijk tot 1957 een Britse kolonie geweest en maakte daarna nog tot 1975 deel uit van het Britse Gemene Best en dat is goed te zien aan de architectuur. Moskeeën en gebouwen in Moorse stijl en wolkenkrabbers staan zowat tegen elkaar aan.

We zien ook de Petronas Twin Towers, maar die zijn zo indrukwekkend hoog (452 meter), dat je ze bijna overal ziet. Het zijn nog steeds de hoogste tweelinggebouwen van de wereld. Henri vertelt ons de hele geschiedenis van de stad. Hij is zelf Chinees en zijn voorouders zijn in de 16e eeuw naar Maleisië gekomen om tin te winnen. Hij kan boeiend vertellen en we kunnen van alles vragen. Hij weet overal een antwoord op. Als laatste bezoeken we China Town, de Chinese wijk, met zijn talloze winkels en restaurants. We bezoeken een  Chinese tempel. Daarna  drinken  we nog even koffie en dan nemen we afscheid.

Wij willen nog naar de orchideeëntuin, een klein onderdeel van het 104 hectare grote Garden Park. Dus regelt Henri  nog een taxi voor ons. Bij de orchideeëntuin gaan we eerst iets eten en daarna bezoeken we de tuin. Prachtige orchideeën en dus ook mooie foto's. Na dit alles besluiten we terug te gaan naar het hotel. Er is ook nog een vogelpark en een vlinderpark, maar we vinden het even genoeg. Net als we in de taxi zitten is er een hoosbui. Gelukkig blijft het warm daarna.

Vandaag zou wel eens de meest interessante dag van de hele vakantie kunnen zijn. Op aanraden van Villa Samadhi zijn we vanavond gaan eten in een heel mooi restaurant even buiten de stad ergens in de jungle. We werden er met de auto naar toe gebracht en ook weer opgehaald. Dat is pas service. Het eten was wel duurder dan normaal hier, maar vergeleken met Nederland viel het nog erg mee. Het was ook heel erg lekker en de bediening was super. Volgens mij was er meer personeel dan gasten. We kregen steeds iemand anders aan onze tafel die kwam vragen of we het lekker vonden. Bij thuiskomst vielen we weer zowat om van de slaap. De jetlag zit er nog steeds een beetje in.

Maandag 4 februari.
Vanmorgen om 09.00 uur hebben we afscheid genomen van de mensen van Villa Samadhi. De gids/chauffeur haalt ons op en we rijden in noordelijke richting naar Lumuk, de belangrijkste basis van de Koninklijke Maleisische Marine. De rit duurt ongeveer 4 uur. Eerst volgen we de snelweg, later rijden we meer door de dorpen. We stoppen nog even bij het Koninklijk Paleis  voor een foto. Daarna zien we lange tijd niet veel meer dan eindeloze palmplantages. Hieruit wint men palmolie, het belangrijkste exportproduct van Maleisië. Later zijn er ook mango- papaya- en bananenplantages.  Het klimaat is warm en vochtig, dus alles groeit weelderig. Als we in Lumut aankomen staat er weer een andere jongen klaar, die ons meeneemt op de boot naar het eiland Pangkor. Een half uurtje varen. Daar wacht de manager, Mohan,  van accommodatie “Tiger Rock” ons op en brengt ons naar het resort.  Al zijn we maar een paar honderd meter van de zee vandaan, hier wanen we ons echt midden in de jungle. De eigenares is een kunstenares en haar artistieke smaak maakt de sfeer bijzonder kleurrijk, hoewel er geen sprake is van grote luxe. Er zijn 6 gastenkamers. Alles is gemaakt van sloophout. We slapen onder een rieten dak, er zit geen glas in de ramen, alleen luiken.  De plantengroei is geweldig, zoveel grote tropische planten en prachtige bloemen. Het zwembad is omgeven door groen en bloemen en overal waar je kijkt is jungle.  Bij aankomst zie ik zelfs 2 apen (niet bepaald mijn vrienden). Mohan´s vrouw  heeft een heerlijke lunch voor ons klaargemaakt en we ontmoeten twee  Zweedse meisjes, die morgen alweer  verder trekken. Als we geïnstalleerd zijn, gaan we zwemmen en lezen, tot er weer een tropische onweersbui losbarst. Dat is hier bijna dagelijks volgens mij, Wij zitten echter hoog en droog. ´s Avonds is er weer heel lekker voor ons gekookt. Morgen gaan we het eiland bekijken.

Dinsdag 5 februari
Vannacht hebben we dus voor de eerste keer geslapen in ons sloophouten junglehuisje. We hebben nog steeds last van de jetlag en vallen vroeg in slaap en zijn dan om 03.00 uur wakker. Dan hoor je echt van alles en nog wat, oerwoudgeluiden, gekraak van al dat hout, alsof er iemand binnen is, natuurlijk ook het draaien van de ventilatoren. Die heb je hier wel nodig, o.a. ook om de muggen te verjagen. Toch staan we al onder de beten, maar dat is meer van kleine vliegjes buiten. Gelukkig hebben we daar de insectenpen voor meegenomen. Het ontbijt is vanochtend al om 07.20 uur, want Mohan wil om 08.00 uur  aan de eilandtoer beginnen i.v.m de hitte.  Na een paar honderd meter zijn we al bij de Kota Belanda, een Hollands fort dat meer dan drie eeuwen geleden door de Nederlanders werd gebouwd in een poging om de controle over de tinhandel in handen te krijgen en dat  tevens diende als verdedigingswerk tegen de talrijke zeerovers die de Straat van Malakka onveilig maakten. (die Hollanders, je komt ze ook overal in de wereld tegen!)  Mohan neemt ons verder mee door de authentieke straatjes, we bezoeken de scheepswerf waar  houten vissersschepen gebouwd worden, en ook de visfabriek, waar de vis (o.a. ook onze king prawns) worden schoongemaakt en ingesealed in plastic voor de export. Allemaal handwerk, waar bijna de hele bevolking van deze plaats zijn /haar kost mee verdient. Verder bezoeken we nog 2 tempels, een Chinese tempel  en een hindoetempel. Hier nemen we ook deel aan het ritueel. In de Chinese  tempel met allerlei wierookstokjes, het aanraken van de buik en het hoofd van de Boeddha , en buigen en knielen. In de hindoetempel worden we voorzien van een rood/gele stip op ons voorhoofd en nog wat kleur, en offeren we twee bananen, bloemen en een appel aan een of andere god (ik ben zijn naam even kwijt). De Hindoepriester is een jonge gast met ontbloot bovenlijf en lange rok;  ik moet echter mijn vest met lange mouwen aandoen, en natuurlijk moeten we ook in beide tempels onze schoenen buiten laten staan.  George krijgt nog een soort goudkleurig sjaaltje om zijn hoofd geknoopt. We mogen alles fotograferen, dat doet dus Mohan tijdens onze plechtigheid. Het is nogal wat, zo twee rituelen achter elkaar, maar Mohan wil ons vooral laten zien hoe de mensen hier leven en werken, wat dus heel interessant is. Tegen de middag zijn we terug bij Tiger Rock. We hebben even cultuur genoeg gehad en brengen de rest van de dag door bij het zwembad. Het is prachtig weer, geen tropische regenbui vandaag. Momenteel zijn we de enige gasten, de Zweedse meisjes zijn vertrokken. We eten vanavond aan de rand van het zwembad.

Woensdag 6 februari
We hebben besloten om vandaag, onze laatste dag hier in Tiger Rock, een boottocht te maken langs de eilandjes. Mohan heeft dat voor ons geregeld en brengt ons om 9.00 uur naar het strand.  We stappen aan boord van een klein bootje en de schipper scheurt met ons over het water. Dat is heerlijk. We komen de vissers tegen die terugkomen met hun vangst. Ze steken grote vissen in de lucht met de bedoeling dat wij daar een foto van maken, wat we natuurlijk ook doen. We varen eerst langs Pangkor Laut, een luxe vakantie resort voor de rijken der aarde. Het strand is er brandschoon, er staan luxe huisjes op palen in het water. De schipper vertelt dat het daar omgerekend ongeveer € 600 per nacht kost.  Daarna langs allerlei andere eilandjes, waar overal wel iets te vertellen valt . Ergens anders gaat George snorkelen, terwijl ik de vissen voer zodat ze rond de boot blijven. Het water is heel helder. Prachtige vissen ook in alle kleuren. Verderop meen ik een groep mensen in zwarte pakken te zien en vraag aan de schipper of dat een duikschool is. En wat zie ik als we dichterbij komen: een groep vrouwen in zwarte burka´s die gaan snorkelen, compleet met alle kleren aan. Hoe is het mogelijk. Later zien we trouwens heel veel vrouwen met hoofddoeken en lange rokken aan in het water. Daar steek je als Europese in bikini wel bij af.  Uiteindelijk zijn we bij Coral Island, waar de schipper ons  van boord laat, zodat we een uurtje kunnen zwemmen en zonnen.  We ontmoeten daar een Nederlands gezin met 2 kindjes van 5 en 3, die al meer dan 3 maanden door Azië aan het trekken zijn.  Leuk om even hun ervaringen te horen. Om 12.00 uur worden we weer opgehaald en als we in Pangkor aankomen staat Mohan alweer met zijn auto te wachten en op Tiger Rock staat een heerlijke lunch klaar. Na de middag blijven we weer lezen bij het zwembad. ´s Avonds genieten we voor de laatste keer van het heerlijke eten van Bavanni. 

Momenteel zitten we op het eiland Penang, dat  met Maleisië verbonden is door de Penang  Bridge.  Net voor de middag hebben we afscheid genomen van Mohan en team. Nog  even met het hele Tiger Rock team op de foto en Mohan heeft ons naar het vasteland gebracht. Hij is zelfs meegegaan op de boot naar Lumut  en heeft ons afgeleverd bij de daar  klaarstaande auto. Echt een prima service van de lokale agent van Talisman travel design. Ook deze man levert  ons na 3 uur rijden weer af voor de deur van het Eastern & Oriental hotel in Georgetown. Het is hier bepaald geen sloophout, maar  een prachtig hotel in koloniale stijl. De slaapkamer alleen al is groter dan ons hele sloophouten huisje geloof ik. Het hotel heeft een zwembad en ligt direct aan zee. Het ligt ook midden in de oude stad, vlakbij de Chinese wijk. Georgetown heeft ook 1,2 miljoen inwoners, en als je de brug overkomt zie je alleen wolkenkrabbers, maar in het oude gedeelte vooral koloniale huizen, heel mooi gerestaureerd in de tijd van de Engelsen. We hebben bij aankomst even “afternoon tea” gedronken, met allerlei hartige hapjes en zoetigheden en daarna zijn we maar meteen gaan wandelen door de Chinese wijk vol leuke winkeltjes en eethuisjes.  We wilden ook wel weer de warmte in, want in onze kamer lijkt het wel een koelkast vanwege de airco. Ze zijn hier bang van de warmte, terwijl wij er zo naar verlangen. De airco staat dus nu uit.  Voor morgen hebben we alvast 2 excursies met gids  geboekt, de ochtend per riksja (fietstaxi) door de stad en ´s middags met een tandradbaan naar een hoog punt ergens. Overmorgen gaan we hier nl. alweer weg en we willen toch veel zien. 

Vrijdag 8 februari
Gisteravond hebben we veiligheidshalve gegeten in ons hotel, op het terras met uitzicht op zee en een heerlijke temperatuur. Het zelfde geldt ook voor het eten, gewoon even Europees, want de nasi en de noodles wil je soms even echt niet, hoe lekker het ook is. Om 9 uur vanochtend komt een gids ons halen voor een riksja toer door de stad. Er staan 2 mannetjes met zo`n fiets met een bak vooraan. Ieder een eigen fiets dus.  Als ik in de bak zit en de man begint te trappen, denk ik meteen aan een rolstoel met iemand die duwt. George roept dan ook meteen naar mij, dat dit al een voorproefje is voor als we later gast zijn van de Zonnebloem. Ik denk meer aan de opa van de familie Flodder. De fiets is ook versierd met allerlei kunstbloemen en  draaiende plastic molentjes., en de fietser heeft een paraplu boven zijn hoofd. Gek gezicht. Ik ben dan tijdens de rit ook wel ongeveer 5 keer gefotografeerd door toeristen. Het is hartstikke druk op straat en wij rijden tussen de auto´s en de scootertjes. Het gaat heel traag, het mannetje van George is 85 jaar horen we later.  De gids rijdt met een brommertje naar de bezienswaardige plaatsen. Hij weet heel veel te vertellen.  We bezoeken wat historische dingen. Daarna gaan we te voet door de Chinese wijk, een heel dorp binnen de stad, wat op palen in het water staat. Het leven hier in de wirwar van straten en steegjes  lijkt niet erg veranderd sinds de eerste immigranten hier van boord gingen. We krijgen van alles te horen over de Chinese clans, de Konghsi en we bezoeken de Khoo Kongsi. Dit schijnt de meest indrukwekkende te zijn. Daarna een Chinese tempel. We krijgen de hele geschiedenis te horen, te veel om hier te vertellen. Na de Chinese wijk rijden we door de  Indische wijk. Hier is het weer heel anders. Ook hier veel verhalen. We bezoeken ook nog een Hindoetempel. We verwonderen ons erover dat in dit land zoveel culturen en zoveel religies zo vredig samen kunnen leven. Moslims, hindoes, boeddhisten,  sikhs, christenen, taoisten,  iedereen leeft bij en met elkaar zonder moeilijkheden. Onze gids zegt dat de oplossing eenvoudig is: “Don’t talk about religion”,  laat ieder zijn eigen godsdienst belijden, maar praat er niet over. En ik  kan alleen maar constateren dat hij gelijk heeft. Zo fietsen we door tot half 12. We hebben veel interessante gesprekken kunnen voeren en veel gezien. Daarna even zwemmen, eten, en om half 2 de volgende excursie. Nu per auto naar de Penang Hill. Het is vreselijk druk op straat. De mensen en schoolkinderen hebben vrij vanwege het Chinese Nieuwjaar a.s. zondag. Morgen is het hier dus oudejaarsavond.  Hele files de stad uit, en veel mensen uit andere plaatsen de stad in. Alles is versierd met Chinese lampions. Ze hebben hier per jaar 6 keer Nieuwjaar, en alle culturen vieren elkaars Nieuwjaar mee. Ook deze gids, David, weet heel veel te vertellen. Bij Penang Hill gaan we met een tandradbaan heel stijl 800 meter omhoog. We hebben een geweldig uitzicht over Georgetown, hoewel het niet helemaal helder is. Hier staan 2 belangrijke tempels,  die we allebei bezoeken. Daarna gaan we weer met de tandradbaan omlaag en bezoeken iets verderop een ontzaglijk grote boeddhistische tempel  , de Kek Lok Si tempel. Dit is een van de grootste tempels in zuidoost Azië.  Het is  bloedheet, maar we klimmen toch naar boven over de vele trappen.  Er hangen duizenden  rode lampions i.v.m. het Chinese Nieuwjaar. De tijd vliegt. Op de terugweg gaan we met David nog naar een koffie- en chocoladeproeverij. Allerlei soorten koffie en chocola, in vele smaken. Ook te koop natuurlijk, maar het is te heet om dat mee te nemen. Om half 6 zijn we terug bij het hotel. Wat een dag, zoveel indrukken, zoveel interessante gesprekken, maar voor ons allebei geldt: voorlopig tempels genoeg gezien. Vanavond eten we weer op het terras van ons hotel. Morgen vliegen we naar Langkawi, het laatste eiland van onze rondreis.

Zaterdag 9 februari
Nu kom ik erachter dat ik al de hele tijd mis ben met de datum en dat het vandaag de 9e is i.p.v. de 8e. Dus gauw maar alles veranderen in het verhaal vanaf het begin. Vanochtend hebben we nog bij het zwembad gezeten en om 12.00 uur worden we opgehaald en naar het vliegveld gebracht. De vlucht naar het eiland Langkawi duurt maar ½ uurtje, maar ja, je moet wel ruim van tevoren op het vliegveld zijn. Op Langkawi staat er iemand van het Datai Hotel en na 40 minuten komen we daar aan. Prachtig gelegen, het hele resort is aangepast aan de omgeving van regenwoud en strand. Het is hier volgens mij nog heter dan op de andere eilanden. Als we alles uitgepakt hebben is het al laat in de middag en gaan we niets meer ondernemen, alleen een beetje zwemmen en lezen. Morgen zien we wel verder. Het strand schijnt hier prachtig te zijn, maar onze kamer ligt midden in het groen van het regenwoud. Blijkbaar worden we met een soort golfkarretjes naar het strand gebracht. We zien wel, dat wordt weer een verrassing.  

Zondag 10 februari
We hebben vandaag de hele dag aan het strand gezeten, het is hier echt een paradijs. We zijn gewoon te voet over heel veel trappen en een pad door het regenwoud naar het mooie witte strand gelopen, de zee is turkoois blauw, met voor de kust allemaal kleine bergachtige eilandjes, begroeid met mangroven en tropische planten.  Echt schitterend. De temperatuur van het water in de Andaman zee is heerlijk om te zwemmen. Het is vandaag Chinees Nieuwjaar, maar daar merk je hier niet zoveel van. In de lobby van het hotel trad wel een Chinese dans- en muziekgroep op, maar daar zijn we niet naar toe geweest. Met zulk weer gaan wij niet binnen zitten. Vanavond gaan we eten in een restaurant aan datzelfde strand, Thaise keuken, ik ben benieuwd.

Maandag 11 februari
Gisteravond nog lekker gegeten aan het strand, het was wel weer even een wandeling, maar een mens moet in beweging blijven. Allerlei oost Aziatische gerechten uit diverse landen hier in de buurt. Sommige wel erg heet, maar lekker. Vanmorgen na het ontbijt zijn we eerst naar de “Oriental Village” gegaan, een soort dorpje met allemaal winkeltjes met “handcraft”. Het is hier een half uur rijden vandaan maar er is vervoer van het hotel, een dure grap trouwens. Ik denk er nog iets leuks van deze streek te vinden, maar dat valt tegen. Veel kleding, en bijna elke winkel verkoopt dezelfde dingen. Het dorpje  is wel leuk gebouwd, met waterpartijen en bruggetjes. Er is ook veel horeca en het is er erg druk. Na een uur hebben we het wel gezien en rijden we terug. We gaan voor de rest van de dag naar het strand, zolang het nog kan genieten van de warmte.

Dinsdag 12 februari
Onze laatste hele dag hier hebben we doorgebracht met lezen, zwemmen en eten. Verder niks. Nog wel bijna op een slang getrapt op het pad naar onze kamer, een lange groene, die we vast niet hadden gezien als het pad niet van beton was geweest. Eng vind ik, daar ben ik nou echt bang van.

Woensdag 13 februari
We mogen tot 16.00 uur van onze hotelkamer gebruik maken, dus kunnen we voor de middag nog lekker aan het strand zitten en zwemmen. Na een late lunch nog even douchen en de spullen inpakken. Rond 17.00 uur vertrekken we richting vliegveld. Eerst een uurtje vliegen naar Kuala Lumpur en om middernacht (23.59 uur) naar Amsterdam, waar we op donderdagochtend om 6.00 uur landen. Hier is het 0 graden, dat is wat anders dan 35. Einde van een mooie vakantie.